Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.
Middlemarch: A Study of Provincial Life is exactly what it claims. Its multiple plots center around the inhabitants of a fictitious Midlands town and their evolving relationships to each other. It is critical of social class, ambition and marriage, and religion. It is commonly considered one of the masterpieces of English writing, and Virginia Woolf described it as "the magnificent book that, with all its imperfections, is one of the few English novels written for grown-up people".… (meer)
BookshelfMonstrosity: These 19th-century classics portray complex romantic relationships with vivid descriptions and a strong sense of place. With intricate, twisting plots, both offer their protagonists bleak outlooks that end in satisfying resolutions.
thesmellofbooks: The Getting of Wisdom is the rare sort of book that provokes deep self-reflection and a nudge in the direction of peace-making with self and life, and in this way brings to mind [[George Eliot]]'s [Middlemarch].
I am gobsmacked. The novel begins as an entertaining tale of a headstrong young Australian girl going to meet the world at boarding school. It gradually evolves into a subtle, simple, and stunningly real observation of the pressures of conformity and the intolerance of naïveté, which, when paired with a strong desire to be accepted, can lead to many and often rending responses in an imaginative young person.
Yet it is not a tragedy. I am left moved, affectionate, a little worried about the future, and yet joyful at the intactness of the protagonist's resilient soul.
Bravo, Ms Richardson.… (meer)
George Eliot heeft ons met Middlemarch inderdaad een unieke schets gegeven van het leven in een fictief Engels provinciestadje, rond 1830. Dat was een periode dat Engeland volop in beweging was: de industrialisatie was al volop op gang gekomen, maar had nog niet het hele leven in de ban (in deze roman wordt net het eerste treinspoor aangelegd); de burgerij voerde al even de boventoon, maar stuurde nog altijd aan op een verdere uitbreiding van het stemrecht (de Reform Act), en legde intussen zijn waarden van fatsoen en van meritocratie op aan de hele maatschappij; en het was ook een tijd dat wetenschap en technisch vernuft tastbaar werden (in deze roman vooral via de nieuwe aanpak van de geneeskunde). Al die veranderingen lokten tegenstand en debat uit en dat controversiële aspect komt voortdurend aan bod in de roman, het geeft hem met andere woorden een realistisch karakter. In dat opzicht benadert Eliot heel fel de bijna-tijdgenoten Charles Dickens en Thomas Hardy. Maar Eliot onderscheidt zich vooral door de ingenieuze compositie van haar roman, rond een aantal hoofdfiguren die stuk voor stuk psychologisch erg mooi worden uitgetekend. De protagonisten maken elk een hele evolutie door, die hen van ambitie, koppigheid en zelfoverschatting naar vertwijfeling, verbittering en bescheidenheid brengen. Want dat is toch wel een opvallend verschil met bijvoorbeeld een Jane Austen of een Charles Dickens: de karakters die Eliot opvoert zijn niet zomaar karikaturen of statische figuren, maar stuk voor stuk falende mensen, die voortdurend verkeerde inschattingen maken. Ze kiezen bijvoorbeeld de verkeerde huwelijkspartner en verwachten vooral veel te veel van het huwelijk, ze zijn te ambitieus en maken zonder dat ze het beseffen vijanden of gaan gewetenloos om met andere mensen tot ze worden geconfronteerd met een voor hen uitzichtloze situatie. Voor mij is dat de centrale sleutel die Eliot meegaf om dit boek te lezen: perceptie en inschatting zijn alles, zowel als het gaat om anderen als om jezelf, en de bittere realiteit straft alle vergissingen daarin genadeloos af. Daarmee schuift deze roman zelfs een beetje in de richting van het naturalisme. Hier komt ook het gender-aspect om de hoek kijken. De vrouwelijke personages spelen in deze roman de hoofdtoon en zijn eerlijk gezegd ook de meest interessante figuren. Eliot zet voortdurend in de verf hoe ze gedwongen worden de tweede viool te spelen, en op tijd en stond op hun plaats worden gezet door de mannen. Die mannen komen er trouwens zelf bekaaid van af. Maar het is geen eenzijdig anti-mannelijk beeld, want met hetzelfde gemak onderstreept Eliot hoe de vrouwelijke personages zowel zichzelf en hun omgeving in nesten werken door verkeerde inschattingen en eigengereid handelen. En dan is er de heel eigen humor van Eliot, die voortdurend het wapen van de ironie hanteert om zowel haar personages te tekenen of bepaalde situaties in de verf te zetten. Die ironie, die soms op het randje van het sarcasme balanceert, getuigt van een gedurfde opstelling, zeker in de tijd waarin ze leefde. Waar had ik het dan toch wat moeilijker mee? Het was een tijdje geleden dat ik nog een Victoriaanse roman had gelezen, en zeker in het begin had ik enorm veel moeite om in het verhaal te komen. Dat lag naar mijn aanvoelen vooral aan de stijl van Eliot. Ze combineert een erg breedvoerig taalgebruik in lange zinnen vol specifieke woordenschat, met puntige opmerkingen of karakteriseringen. Vooral het voortdurend debiteren van algemene wijsheden over menselijk gedrag, dikwijls met een ironische en soms zelfs sarcastische ondertoon, werd me op de duur wel wat veel. Het is de verdienste van Eliot dat ze er op vele vlakken voor haar tijd erg onconventionele opvattingen op nahield, maar ze zet die naar mijn aanvoelen in deze roman net iets te dik in de verf. En de enkele keren dat ze de lezer rechtstreeks toespreekt en mijmert over hoe ze haar verhaal als een spin in een web zal uitbouwen, laten haar teveel zien als de meester-tovenaar, en dat was letterlijk een ‘onthulling’ die voor mij het leesplezier bijna bedierf. En dat brengt me naadloos bij het centrale thema van de man-vrouw-verhouding, en dan bijzonder het huwelijk. Eliot schetst pijnlijk de catastrofe van twee mislukte huwelijken, maar biedt op het einde toch een veel positiever perspectief, met een relatie (uiteraard een nieuw huwelijk) die meer gebaseerd is op gelijkwaardigheid en complementariteit, al is het zeker nog niet wat we daar in onze tijd onder zouden verstaan. En zo is de cirkel rond; de circulaire vorm is trouwens zowel een stijlelement als een inhoudelijke beweging die Eliot voortdurend toepast in deze roman. Maar de manier waarop naar dat nogal voorspelbare einde wordt toegewerkt, deed mijn ‘romantiek’-alarm afgaan. Dat eerst van elkaar afdrijven door structurele hinderpalen om na een paar misverstanden en voortdurend smachten toch in elkaars armen te vallen, neen, dat werkt niet meer. En laten we eerlijk zijn: die Victoriaanse preutsheid is blijkbaar een conventie waar Eliot niet mee kon of wou breken; in deze roman waar het allemaal draait om huwelijken wordt er met geen woord over seks gepraat, er kan amper een zedige kus af. Kortom, dit is zeker een van de grote romans van de 19de eeuw, voor mij op dezelfde hoogte als Austen en Dickens. Ik heb genoten van de karaktertekening en werd op het eind zeker ook meegesleept in de ontknoping. Maar het iets te maniëristische taalgebruik en het te alwetende vertelstandpunt deden af aan mijn leesplezier. Dus tja, 3.5 sterren! ( )
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis.Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Who that cares much to know the history of man, and how the mysterious mixture behaves under the varying experiments of Time, has not dwelt, at least briefly, on the life of Saint Theresa, has not smiled with some gentleness at the thought of the little girl waling forth one morning hand-in-hand with her still smaller brother, to go and seek martyrdom in the country of the Moors? (Prelude)
Miss Brooke had that kind of beauty which seems to be thrown into relief by poor dress.
Citaten
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis.Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Miss Brooke had that kind of beauty which seems to be thrown into relief by poor dress.
Sane people did what their neighbors did, so that if any lunatics were at large, one might know and avoid them.
What we call our despair is often only the painful eagerness of unfed hope.
Riding was an indulgence which she allowed herself in spite of conscientious qualms; she felt that she enjoyed it in a pagan sensuous way, and always looked forward to renouncing it.
Some discouragement, some faintness of the heart at the new real future which replaces the imaginary, is not unusual, and we do not expect people to be deeply moved by what is not unusual. That element of tragedy which lies in the very fact of frequency, has not yet wrought itself into the coarse emotions of mankind.
At that time the opinion existed that it was beneath a gentleman to write legibly, or with a hand in the least suitable to a clerk. Fred wrote the letters demanded in a hand as gentlemanly as that of any viscount or bishop of the day; the vowels were all alike and the consonants only distinguishable as turning up or down, the strokes had a blotted solidity and the letters disdained to keep the line -- in short, it was a manuscript of that venerable kind easy to interpret when you know beforehand what the writer means.
Even while we are talking and meditating about the earth's orbit and the solar system, what we feel and adjust our movements to is the stable earth and the changing day.
Laatste woorden
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis.Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
But the effect of her being on those around her was incalculably diffusive: for the growing good of the world is partly dependent on unhistoric acts; and that things are not so ill with you and me as they might have been is half owing to the number who lived faithfully a hidden life, and rest in unvisited tombs.
Here and there is born a Saint Theresa, foundress of nothing, whose loving heart-beats nod sobs after an unattained goodness tremble off and are dispersed among hindrances, instead of centring in some long-recognizable deed. (Prelude)
Middlemarch: A Study of Provincial Life is exactly what it claims. Its multiple plots center around the inhabitants of a fictitious Midlands town and their evolving relationships to each other. It is critical of social class, ambition and marriage, and religion. It is commonly considered one of the masterpieces of English writing, and Virginia Woolf described it as "the magnificent book that, with all its imperfections, is one of the few English novels written for grown-up people".
Maar Eliot onderscheidt zich vooral door de ingenieuze compositie van haar roman, rond een aantal hoofdfiguren die stuk voor stuk psychologisch erg mooi worden uitgetekend. De protagonisten maken elk een hele evolutie door, die hen van ambitie, koppigheid en zelfoverschatting naar vertwijfeling, verbittering en bescheidenheid brengen. Want dat is toch wel een opvallend verschil met bijvoorbeeld een Jane Austen of een Charles Dickens: de karakters die Eliot opvoert zijn niet zomaar karikaturen of statische figuren, maar stuk voor stuk falende mensen, die voortdurend verkeerde inschattingen maken. Ze kiezen bijvoorbeeld de verkeerde huwelijkspartner en verwachten vooral veel te veel van het huwelijk, ze zijn te ambitieus en maken zonder dat ze het beseffen vijanden of gaan gewetenloos om met andere mensen tot ze worden geconfronteerd met een voor hen uitzichtloze situatie. Voor mij is dat de centrale sleutel die Eliot meegaf om dit boek te lezen: perceptie en inschatting zijn alles, zowel als het gaat om anderen als om jezelf, en de bittere realiteit straft alle vergissingen daarin genadeloos af. Daarmee schuift deze roman zelfs een beetje in de richting van het naturalisme.
Hier komt ook het gender-aspect om de hoek kijken. De vrouwelijke personages spelen in deze roman de hoofdtoon en zijn eerlijk gezegd ook de meest interessante figuren. Eliot zet voortdurend in de verf hoe ze gedwongen worden de tweede viool te spelen, en op tijd en stond op hun plaats worden gezet door de mannen. Die mannen komen er trouwens zelf bekaaid van af. Maar het is geen eenzijdig anti-mannelijk beeld, want met hetzelfde gemak onderstreept Eliot hoe de vrouwelijke personages zowel zichzelf en hun omgeving in nesten werken door verkeerde inschattingen en eigengereid handelen.
En dan is er de heel eigen humor van Eliot, die voortdurend het wapen van de ironie hanteert om zowel haar personages te tekenen of bepaalde situaties in de verf te zetten. Die ironie, die soms op het randje van het sarcasme balanceert, getuigt van een gedurfde opstelling, zeker in de tijd waarin ze leefde.
Waar had ik het dan toch wat moeilijker mee? Het was een tijdje geleden dat ik nog een Victoriaanse roman had gelezen, en zeker in het begin had ik enorm veel moeite om in het verhaal te komen. Dat lag naar mijn aanvoelen vooral aan de stijl van Eliot. Ze combineert een erg breedvoerig taalgebruik in lange zinnen vol specifieke woordenschat, met puntige opmerkingen of karakteriseringen. Vooral het voortdurend debiteren van algemene wijsheden over menselijk gedrag, dikwijls met een ironische en soms zelfs sarcastische ondertoon, werd me op de duur wel wat veel. Het is de verdienste van Eliot dat ze er op vele vlakken voor haar tijd erg onconventionele opvattingen op nahield, maar ze zet die naar mijn aanvoelen in deze roman net iets te dik in de verf. En de enkele keren dat ze de lezer rechtstreeks toespreekt en mijmert over hoe ze haar verhaal als een spin in een web zal uitbouwen, laten haar teveel zien als de meester-tovenaar, en dat was letterlijk een ‘onthulling’ die voor mij het leesplezier bijna bedierf.
En dat brengt me naadloos bij het centrale thema van de man-vrouw-verhouding, en dan bijzonder het huwelijk. Eliot schetst pijnlijk de catastrofe van twee mislukte huwelijken, maar biedt op het einde toch een veel positiever perspectief, met een relatie (uiteraard een nieuw huwelijk) die meer gebaseerd is op gelijkwaardigheid en complementariteit, al is het zeker nog niet wat we daar in onze tijd onder zouden verstaan. En zo is de cirkel rond; de circulaire vorm is trouwens zowel een stijlelement als een inhoudelijke beweging die Eliot voortdurend toepast in deze roman. Maar de manier waarop naar dat nogal voorspelbare einde wordt toegewerkt, deed mijn ‘romantiek’-alarm afgaan. Dat eerst van elkaar afdrijven door structurele hinderpalen om na een paar misverstanden en voortdurend smachten toch in elkaars armen te vallen, neen, dat werkt niet meer. En laten we eerlijk zijn: die Victoriaanse preutsheid is blijkbaar een conventie waar Eliot niet mee kon of wou breken; in deze roman waar het allemaal draait om huwelijken wordt er met geen woord over seks gepraat, er kan amper een zedige kus af.
Kortom, dit is zeker een van de grote romans van de 19de eeuw, voor mij op dezelfde hoogte als Austen en Dickens. Ik heb genoten van de karaktertekening en werd op het eind zeker ook meegesleept in de ontknoping. Maar het iets te maniëristische taalgebruik en het te alwetende vertelstandpunt deden af aan mijn leesplezier. Dus tja, 3.5 sterren! ( )